Veel verwarring over werkwoordspelling
De Nederlandse taal zit boordevol regels die niet altijd even intuïtief zijn. Eén van de meest voorkomende twijfels bij het schrijven is de juiste vervoeging van werkwoorden. Zo vragen veel mensen zich af of ze moeten schrijven “onthoud” of “onthoudt”. Op het eerste gezicht lijkt het een kleine variatie, maar de juiste keuze hangt af van de context. In dit artikel leggen we precies uit wanneer je welke vorm gebruikt.
De stam van het werkwoord onthouden
Om te begrijpen wat juist is, moeten we beginnen bij het begin: de stam van het werkwoord. Het werkwoord “onthouden” heeft de stam “onthoud”. Deze stam gebruik je bij enkele vervoegingen, met name de ik-vorm en de gebiedende wijs.
De ik-vorm: altijd zonder -t
Wanneer je “onthouden” in de tegenwoordige tijd vervoegt in de eerste persoon enkelvoud (ik), dan valt er geen -t achter de stam. Je zegt dus: “Ik onthoud je naam.” Dit geldt standaard voor alle regelmatige werkwoorden in het Nederlands.
Wanneer schrijf je onthoudt?
De vorm “onthoudt” schrijf je wanneer het onderwerp van de zin ‘jij’, ‘je’, ‘u’, ‘hij’, ‘zij’ of ‘het’ is. Dan voeg je een -t toe aan de stam “onthoud”. Bijvoorbeeld: “Hij onthoudt alles wat je zegt.” Of: “Jij onthoudt dat niet goed.”
Uitzondering bij een omkering in de zin
Let op: bij een omkering van het onderwerp en persoonsvorm, bijvoorbeeld in een vraag, vervalt bij 'jij' of 'je' de -t. Dus schrijf je: “Onthoud jij dat nog?” en niet “Onthoudt jij dat nog?” Dit is een veelgemaakte fout.
Onthoud of onthoudt als gebiedende wijs
Wanneer je iemand een instructie of advies geeft, gebruik je de gebiedende wijs. De gebiedende wijs heeft altijd de stam van het werkwoord, in dit geval “onthoud”. Een voorbeeld: “Onthoud dat je morgen een afspraak hebt.” Hier is dus geen -t nodig, omdat je een bevel of opdracht geeft.
Samenvattend: zo onthoud je het verschil
Het verschil tussen “onthoud” en “onthoudt” zit hem in de grammaticale context. Gebruik “onthoud” bij de ik-vorm en als gebiedende wijs. Gebruik “onthoudt” bij de derde persoon enkelvoud in de tegenwoordige tijd. Vraag je jezelf af welke vorm je moet gebruiken, kijk dan goed naar het onderwerp van de zin. Zo voorkom je makkelijk een veelgemaakte taalfout.
Blijf oefenen met spelling
Werkwoordspelling is iets wat oefening vereist, en twijfel is heel normaal. Door jezelf vaker dit soort vragen te stellen en de regels erbij te pakken, maak je steeds minder fouten. Op ’t Hecht delen we wekelijks dit soort taalinzichten – leuk én leerzaam.