Wat is het verschil tussen hechtingsstoornis en autisme?

Wat is het verschil tussen hechtingsstoornis en autisme?

Hechtingsstoornis en autisme: twee verschillende ontwikkelingsstoornissen

Bij het opgroeien van kinderen kunnen verschillende gedrags- en ontwikkelingsproblemen zichtbaar worden. Twee veelvoorkomende maar vaak verwarde diagnoses zijn hechtingsstoornis en autisme. Hoewel beide stoornissen overeenkomsten kunnen vertonen in hoe een kind zich sociaal gedraagt, zijn het fundamenteel andere aandoeningen met verschillende oorzaken, symptomen en behandelmethoden. In dit artikel leggen we helder uit wat het verschil is tussen een hechtingsstoornis en autisme, zodat ouders, opvoeders en hulpverleners beter in staat zijn om deze te herkennen en passende ondersteuning te bieden.

Wat is een hechtingsstoornis?

Een hechtingsstoornis ontstaat wanneer een kind in de vroege jeugd niet op een veilige en consistente manier is verbonden met zijn of haar primaire verzorgers. Dit kan komen door verwaarlozing, mishandeling of doordat het kind vaak van verzorger wisselde. De belangrijkste kenmerken van een hechtingsstoornis zijn moeite met het aangaan van hechte relaties, angst voor nabijheid of juist een overdreven behoefte daaraan, en vaak ook problemen met vertrouwen.

Hoe herken je een hechtingsstoornis?

Kinderen met een hechtingsstoornis kunnen zich afstandelijk en wantrouwend gedragen, of juist extreem aanhankelijk op een manier die niet passend is. Ze kunnen moeite hebben met emoties reguleren, woede-uitbarstingen hebben of manipulatief gedrag vertonen om controle te houden. Op latere leeftijd kunnen deze kinderen problemen ervaren in sociale relaties, schoolprestaties en het ontwikkelen van zelfvertrouwen.

Wat is autisme?

Autisme, ofwel autismespectrumstoornis (ASS), is een neurobiologische ontwikkelingsstoornis die al vanaf de geboorte aanwezig is. Autisme beïnvloedt hoe een persoon sociale interacties aangaat, communiceert en situaties waarneemt. Mensen met autisme hebben vaak een sterke voorkeur voor structuur, voorspelbaarheid en kunnen moeite hebben met veranderingen.

Hoe herken je autisme?

Bij kinderen met autisme zie je vaak repetitief gedrag, beperkte interesses, en een sterke behoefte aan routines. Ze kunnen moeite hebben met oogcontact maken, gesprekken voeren of het begrijpen van non-verbale signalen zoals gezichtsuitdrukkingen. In tegenstelling tot kinderen met hechtingsstoornissen komt het gedrag niet voort uit relationele schade, maar uit anders werkende hersenprocessen.

Wat zijn de belangrijkste verschillen?

Hoewel het gedrag van kinderen met hechtingsstoornis en autisme soms op elkaar kan lijken, zijn de achterliggende oorzaken heel verschillend. Een hechtingsstoornis komt voort uit relationele onderbrekingen en trauma’s in de vroege jeugd, terwijl autisme een aangeboren, neurologische aandoening is. Ook de benadering van begeleiding en behandeling is verschillend. Bij hechtingsproblemen staat het herstellen van vertrouwen en relationele veiligheid centraal. Bij autisme richt de begeleiding zich vaker op communicatie en sociale vaardigheden, met aandacht voor de behoeften van het kind aan voorspelbaarheid.

Wanneer professionele hulp inschakelen?

Als je vermoedt dat een kind worstelt met hechting of autisme, is het belangrijk om niet zelf te diagnosticeren. Schakel een professional in, zoals een kinderpsycholoog of orthopedagoog, die ervaring heeft met zowel hechtingsproblematiek als autisme. Een juiste diagnose is cruciaal voor een passende interventie en ondersteuning.