Waarom is het verschil tussen voltooid en voltooide belangrijk?
In het dagelijks taalgebruik kom je vaak de vraag tegen: is het nu 'voltooid' of 'voltooide'? Deze verwarring ontstaat vaak bij het schrijven van teksten, vooral als het gaat om de voltooid tegenwoordige tijd of het gebruik van bijvoeglijke naamwoorden. Hoewel het verschil subtiel lijkt, kan het verkeerd gebruik van deze woorden leiden tot grammaticale fouten en soms tot onbegrip. Het is daarom belangrijk om te weten wanneer je welk woord gebruikt.
Wat betekent 'voltooid' eigenlijk?
'Voltooid' is een voltooid deelwoord. Dat betekent dat het vaak gebruikt wordt in combinatie met hulpwerkwoorden zoals 'hebben' of 'zijn' om een handeling aan te geven die is afgerond. Bijvoorbeeld: 'Ik heb mijn werk voltooid.' Hier betekent 'voltooid' dat het werk klaar is en dat de actie in het verleden heeft plaatsgevonden. Je gebruikt 'voltooid' dus als deelwoord om aan te geven dat iets is afgerond.
Voorbeeldzinnen met 'voltooid'
Een veelvoorkomend voorbeeld is: 'Het project is voltooid.' In deze zin is 'voltooid' een deel van de voltooid verleden tijd, waarbij 'is' het hulpwerkwoord is. Andere voorbeelden zijn: 'De les is voltooid' of 'De tekening is voltooid door de leerling.'
Wat is het verschil met 'voltooide'?
'Voltooide' is een bijvoeglijk naamwoordsvorm van 'voltooid'. Je gebruikt deze vorm als je iets beschrijft dat afgerond is, maar in de vorm van een kenmerk van een zelfstandig naamwoord. Bijvoorbeeld: 'de voltooide taak' betekent dat de taak is afgerond, maar het woord 'voltooide' past zich aan aan het geslacht en getal van het zelfstandig naamwoord ('taak' in dit geval).
Voorbeeldzinnen met 'voltooide'
Denk aan: 'De voltooide schilderijen hingen in de galerij.' Hier is 'voltooide' een bijvoeglijk naamwoord dat hoort bij 'schilderijen'. Andere voorbeelden zijn: 'Een voltooide opdracht is vereist' of 'Haar voltooide studie gaf haar toegang tot haar droombaan.'
Hoe onthoud je het verschil eenvoudig?
Een handige vuistregel is: gebruik 'voltooid' in combinatie met een hulpwerkwoord zoals 'hebben' of 'zijn' als het om een afgeronde handeling gaat. Als je het woord gebruikt om een zelfstandig naamwoord te beschrijven, gebruik je 'voltooide'. Denk dus goed na over de functie van het woord in de zin. Is het een werkwoordsvorm of beschrijft het iets?
Veelgemaakte fouten en hoe je ze voorkomt
De meest gemaakte fout is het wisselen van de twee vormen zonder op de grammaticale context te letten. Zo wordt soms gezegd 'Het voltooide is gisteren' in plaats van 'Het is voltooid gisteren'. Let dus goed op de plaats van het werkwoord en of er een hulpwerkwoord in de zin staat. Check altijd je zinnen en vraag jezelf af: beschrijf ik iets dat klaar is of gebruik ik het woord in een actie?